zondag 6 januari 2008

Traiectum en de Peutingerkaart

Traiectum en de Peutingerkaart

In het boekje “Het Traiectum van Antonini en de Peutingerkaart” (2000), heb ik als hypothese naar voren gebracht, dat de route aangegeven als de “bovenste weg” niet naar het westen (van Nijmegen naar de Hollandse kust), maar naar het zuiden (van Nijmegen naar Keulen) zou hebben gelopen (1). Op deze visie moet ik ten dele terugkomen. Aanleiding hiertoe is het in Vechten opgegraven Romeinse wij-altaar met de tekst “Cives Tungri et nautae qui Fectione consistunt”. Burgers van de civitas Tungrorum en schippers die in Fectione vertoeven. Eerder ging ik er van uit dat Fectione in de civitas Tungrorum gezocht moest worden.
Het Fletione van de Peutingerkaart werd echter al in Vechten gesitueerd, voordat het wij-altaar met de plaatsnaam “Fectione” in 1869 werd opgegraven. Dat juist in Vechten dat al als Fletione beschouwd werd, bij toeval de steen terecht zou zijn gekomen, moeten we uitsluiten. Vechten is dus Fectione, en dit moet het door de “geograaf van Ravenna” genoemde Fictione zijn (blad A). Fletione is een verschrijving van Fectione. De ”Ravennas” maakt blijkbaar gebruik van heel oude gegevens. Zijn opsomming van steden langs de Rijn in Francia Rinensis, loopt dus door tot aan de Hollandse kust, en noemt de belangrijkste plaatsen van de in zijn tijd allang verdwenen Romeinse limes.
Vergelijken we de namen van de “route van Antonini” met de “route van de Ravennas” vanaf Harenatio tot de kust (blad A), dan valt het volgende op: van de plaatsnamen die Antonini noemt na Harenatio, wordt er niet één door de Ravennas genoemd. Omgekeerd geldt uiteraard hetzelfde. Dit is bijzonder vreemd, indien hier sprake is van één en dezelfde route. De veronderstelling ligt voor de hand dat we te doen hebben met twee verschillende routes, die om een of andere reden in de bovenste weg van de Peutingerkaart zijn samengebracht.

De bovenste weg, zoals aangegeven op de Peutingerkaart (blad A). Uitgangspunt “Arenatio”.
Arenatio
10 Noviomagi
8 Castra Herculis
13 Carvone
8 Levefano
16 Fletione
12 Lauri
5 Nigropullo
2 Albanianis
5 Matilone
3 Pretorium Agrippine
2 Lugduno
Route 1: Antonini. Ten dele in de bovenste weg opgenomen.
Harenatio
22 Carvone
22 Mannaricio
15 Traiecto
17 Albanianis
10 Lugduno
Route 2: De “Ravennas”. Volledig in de bovenste weg opgenomen.
Noita (Harenatio)
Coadulfaverus (Castra Herculis)
Evitano (Levefano)
Fictione (Fletione)
Matellionem (Matilone)
Wegens het in Vechten gevonden wij-altaar staat vast dat de Ravennas een route geeft naar de kust.
De route van Antonini moeten we dus, indien we uitgaan van twee verschillende wegen, ergens anders situeren.




De driehoek Nijmegen, Maastricht, Keulen.
De door Antonini genoemde - ook vastgestelde - wegen tussen Maas en Rijn, in de driehoek Nijmegen, Maastricht, Keulen. (Kaart 1)
Antonini: Van Colonia Agrippina naar Harenatio. Totaal 57 leugae.
Colonia Agrippina
6 Durnomago
5 Burungo
5 Nevensio
9 Gelduba
9 Calone
7 Veteris
6 Burginatio
10 Harenatio

Antonini: Van Colonia Traiana naar Colonia Agrippina. Totaal 75 leugae.
Colonia Traiana
10 Mediolana
10 Sablonibus
10 Mederiacum
8 Teudurum
7 Coriovallum
12 Juliaco
8 Tiberiacum
10 Colonia Agrippina

Antonini: Van Bagacum…Aduaga Tungrorum naar Colonia Agrippina.
Aduaga Tungrorum
16 Coriovallum
12 Juliacum
18 Colonia Agrippina

Antonini geeft dan nog een route: “Van Lugduno, de kop van Germania, naar Straatsburg”. Men neemt aan - zoals de Peutingerkaart ook lijkt aan te geven - dat deze weg vanaf Katwijk (de kop van Germania), via Harenatio, naar Straatsburg loopt.
Lugdunum
10 Albanianis
17 Traiecto
15 Mannaricio
22 Carvone
22 Harenatio
86 Totaal

De bedoeling van dit artikel is aan te tonen dat deze route uit het Itinerarium Antonini ten onrechte in de "bovenste weg" moet zijn ingeslopen. De forten langs dit deel van de limes, van de kust tot Nijmegen, zijn in het midden van de derde eeuw verlaten. We mogen verwachten dat de bovenste weg aan het eind van de derde eeuw niet meer genoemd wordt. De plaatsen aan de onderste weg zijn in het Itinerarium ook niet opgenomen. De grens van het Romeinse Rijk werd aan het eind van de derde eeuw verlegd tot de heirbaan Boulogne-sur-Mer naar Maastricht. Deze weg kon verdedigd worden door middel van forten op de weg, gecombineerd met een diepteverdediging van de streek ten noorden van de weg. Vanaf Maastricht werd, mogen we veronderstellen, de Maas aangehouden als grens tot ter hoogte van Nijmegen, vandaar de Rijn stroomopwaarts tot Keulen en Straatsburg. Keizer Julianus herstelt in het midden van de vierde eeuw verschillende forten langs de Maas, en hij herstelt de volgende plaatsen langs de Rijn: Castra Hercules, Quadriburgium. Tricencima, Novesium, Bonna,
Antennacum en Vingo. Ook de bruggen van Maastricht en Cuyk worden nog vernieuwd in de vierde eeuw.
In mijn visie moet het eerste deel van de route Lugdunum tot Harenatium, gezocht worden in de driehoek Maastricht, Nijmegen, Keulen, en wel van Lugdunum (Limbourg aan de Vesdre) over Albanianis (Aken), Traiectum (Maastricht), verder via Harenatio (de kop van Germania) naar Straatsburg.
De uiterste punt van Germania ligt ter hoogte van Harenatium, en we moeten lezen: "van Lugdunum - via de kop van Germania - naar Straatsburg". (2) Zie kaart A.

Traiecto en Mannaricio worden op de Peutingerkaart niet genoemd. De werkelijke afstand van de Hollandse kust tot Harenatio is ongeveer 70 leugae. De 84 leugae op de Peutingerkaart en de 86 leugae die Antonini opgeeft, zijn dus niet in te passen. Uit bovengenoemde afwijkingen valt ook te concluderen dat de route van Antonini niet thuishoort op de bovenste weg.




De kopie uit de dertiende eeuw

Wij kennen de Peutingerkaart slechts als een kopie uit de dertiende eeuw van een Romeinse reiskaart. Hoe de toestand van de voorganger van deze kaart was, is onbekend. Van de huidige kopie is segment 1 verloren gegaan, segment 2 dat ons land omvat, is gehavend. De voorganger van de huidige kopie was er misschien nog slechter aan toe. Dat kan er mede de oorzaak van zijn geweest dat bij kopiëren aanvulling, correctie of reconstructie werd toegepast.
Gedachten en eventuele “correcties” uit een ver verleden nu te verklaren is nauwelijks mogelijk. Dat de ontwikkeling tot in detail verlopen is zoals hierna aangegeven, blijft een vraag. Getracht is een aanvaardbare ontwikkeling te schetsen, zoals die misschien in de loop van de tijd heeft plaatsgevonden. (Blad B):

B1. De m.i. oorspronkelijke “bovenste weg” op de Peutingerkaart:
Harenatio 10 Noviomagus 8 Castra Herculis 21 Levefano 16 Fletione 12 Lauri 5 Nigopullo 7 Matilone.

B2. Wijziging tussen 400 en 1000:
Mogelijk is in de tweede helft van het eerste millennium een kopie gemaakt van de Peutinger-kaart. Bij die gelegenheid kan Pretoria Agrippina door misverstand aan het einde van de route zijn toegevoegd. Pretorium Agrippine moet, gezien de naam en het vignet de belangrijkste plaats op de route geweest zijn (3). Echter, noch Ptolemaeus, noch Antonini, noch de Ravennas noemt de plaats. Pretorium Agrippine ligt volgens de Peutingerkaart ongeveer 70 leugae van Noviomagus-Nijmegen, Colonia Agrippina eveneens. De een ten westen, de ander ten zuiden. Colonia Agrippina, Keulen, was de hoofdstad, het bestuurscentrum, van Germania Secunda. Qua naam en vignet zou Pretorium Agrippine nog belangrijker moeten zijn. Het lijkt mij voor de hand liggend dat bij een tussenliggende kopie van de Peutingerkaart in het eerste millennium, om welke reden dan ook Pretorium Agrippine, dat eveneens Keulen was, op de "bovenste weg" terecht is gekomen.
De afstand van Harenatium (Rindern) tot Matilone (Leiden), 70 leugae, is realistisch. Ook de afstanden tussen de plaatsen onderling is nu aanvaardbaar. Kleine afstanden van 2 of 3 leugae komen niet meer voor. Zeer waarschijnlijk waren in de originele uitgave van de Peutingerkaart de plaatsen Harenatium en Castra Herculis door een verbindingsstreepje verbonden, waarbij de afstand 9 leuga moet hebben bedragen(4).




B3. Wijziging dertiende eeuw. De huidige Peutingerkaart:
Antonini’s route van Lugdunum via Traiectum en Carvone naar Harenatio is in de "bovenste weg" van de Peutingerkaart opgenomen. Kennis van de gegevens van Ptolemeus (de havenstad Lugodeinum) en van Antonini’s Itinerarium kan hiertoe geleid hebben.
Harenatio 10 Noviomagus 8 Castra Herculis 13 Carvone 8 Levefano 16 Fletione 12 Lauri
5 Nigropullo 2 Albinianis 5 Matilone 3 Pretorium Agrippina 2 Lugdunum.
Harenatio-Lugdunum totaal 84 leugae.
Harenatio 31 Carvone 43 Albanianis 10 Lugdunum.
Volgens Antonini: Harenatio 22 Carvone 22 Mannaricium 15 Traiectum 17 Albanianis 10 Lugdunum. Totaal volgens opgave Antonini 86 leugae.

De route van Antonini, van Harenatio naar het zuiden

Voor de veronderstelling dat er sprake is van een tweede weg, en dat deze weg van Harenatio naar het zuiden liep, zijn meerdere argumenten aan te voeren.
1. Zoals hierboven reeds opgemerkt is geen enkele plaatsnaam van Antonini’s route in de route van de Ravennas terug te vinden.
2. De totale afstand van Harenatio tot Lugduno zoals aangegeven op de Peutingerkaart is 84 leugae. De werkelijke afstand van Harenatio (Rindern) tot de kust is 65 leugae. Bovendien, bij de huidige opgave van de bovenste weg worden wel erg veel plaatsen genoemd, soms op een afstand van 2 of 3 leugae. Deze merkwaardige nauwkeurigheid op een weg in de periferie van het Romeinse Rijk is niet te verwachten.
3. Als argument tegen een splitsing in twee wegen zou aangevoerd kunnen worden dat Ptolemeus “Lugodeinum” noemt als havenplaats van de Bataven. We zouden dus Lugdunum (Lugodeinum) moeilijk anders kunnen zien dan als de haven bij Katwijk. De haven van de Bataven is echter eerder te verwachten aan de Waal, westelijk van Nijmegen. Uit de historiën van Tacitus weten we dat Romeinse bevoorradingschepen vanuit Gallië over de Zeeuwse wateren naar Rijn en Maas voeren. Ook in later tijd was er scheepvaart vanuit Frankrijk en Engeland via deze route. De vele Nehallennia-altaren, opgevist bij Colijnsplaat, vormen hiervoor het bewijs. Ad Duodecimum zou als haven van de Bataven in aanmerking komen. L(D)ugodeinum is mogelijk een verbastering van Duodecimum. Zo dit het geval is, is Lugdunum een andere plaats dan Lugodeinum en hoeft zij dus geen havenplaats te zijn.
4. Pretorium Agrippine, volgens het erbij geplaatste vignet een belangrijke stad, vormt een raadsel. Een dergelijke stad is archeologisch aan de kust nooit aangetoond. Waarschijnlijk is Pretorium Agrippine identiek aan Colonia Agrippina , maar door verkeerde interpretatie ooit in de "bovenste weg" opgenomen. Wanneer bijvoorbeeld in Constantinopel of Ravenna in de tweede helft van het eerste millennium een kopie van de Peutinger-kaart werd gemaakt is iets dergelijks niet ondenkbaar.
5. Men heeft zich er steeds over verbaasd dat geen enkel Romeins geschrift de plaatsen Maastricht en Aken noemt. Terwijl Maastricht met zijn brug over de Maas en Aken met zijn thermen toch vrij belangrijke Romeinse plaatsen moeten zijn geweest. Beide worden in de hier voorgestelde interpretatie van Antonini’s route genoemd.
6. De afstand van Harenatio naar Traiectum-Utrecht is (zonder de omweg via Nijmegen) volgens de Peutingerkaart 9+13+8+16+2=48 leugae. Dit is 105 km. In werkelijkheid is die afstand 8 leugae korter. Om die reden veronderstelt men dat de afstand van 16 leugae tussen Fectione en Levefano een verschrijving is en dat daar 8 leugae zou moeten staan. De afstand Harenatio Utrecht is dan 40 leugae = 90 km.
Volgens Antonini is de afstand van Harenatio naar Traiecto 59 leugae. Dit is 130 km, te groot dus als afstand van Harenatio tot Traiectum-Utrecht. De afstand van Harenatio tot Traiectum-Maastricht is inderdaad 59 leugae, ofwel 130 km.
Gaan we er van uit dat, gezien bovengenoemde argumenten, Pretorium Agrippine en de door Antonini genoemde plaatsen Carvone, Albanianis en Lugduno niet op de bovenste weg van de Peutingerkaart thuishoren, dan zal de oorspronkelijke weg er als volgt hebben uit gezien (kaart A):
Harenatio (Rindern)
10 Noviomagus (Nijmegen)
8 Castra Herculis (Herwen)
21 Levefano (Kesteren)
16 Fletione (Vechten)
12 Lauri (Woerden)
5 Nigropullo (Zwammerdam)
7 Matilone (Leiden)



Conclusie: Het geheel van bovengenoemde overwegingen leidt tot de volgende hypothese:
De door Antonini opgegeven route van Lugdunum tot Harenatio moet niet gesitueerd worden vanaf de Hollandse kust tot Harenatio (Rindern); maar vanaf het zuiden - over Aken en Maastricht - tot Harenatio. (Een en ander zoals afgebeeld op kaart A).
Het “Traiectum van Antonini” is dan Maastricht.



1. Kreijns J.P.M. "Het Traiectum van Antonini en de Peutingerkaart", Uitgeverij Gadet 2000.
Mijn artikel in het tweede SEM-boek: "De Peutingerkaart en de Lage Landen", Breda 2007, p.99, is doordat een kaartje is weggelaten, enigzins verward geworden.
2. Het is overigens niet helemaal uitgesloten dat mijn eerdere veronderstelling dat Lugdunum de huidige plaats Landenne aan de Maas in België was en Albanianis de huidige plaats Amay.
3. Heijden van der P. "Romeinse raadsels" in Westerheem no 4. aug. 2006.
4. Veen van R. "Archeo-logica bij Tolkamer" in SEMafoor 10.1, 2009, p.23.

1 opmerking:

Bjorn Witlox zei

Bij Duodecimum weleens aan Dorestad gedacht?